De auto vaart nu op de Atlantische Oceaan. Wij gaan er vrijdagochtend achteraan. Alle papieren voor de auto zijn in orde en ik weet waar we hem moeten ophalen in Kaapstad op de 25ste. Dan gaan we zo’n 18.000 kilometer door Afrika rijden.
Zimbabwe en Kenia kunnen nog onrustig zijn. Maar er is geen geweld tegen toeristen. We moeten bij elk land de situatie inschatten voor we de grens overgaan en zonodig kunnen we er omheen. Dat kan niet bij Soedan, maar de weg die we daar volgen ligt niet in het half afgescheiden zuiden en ook niet in het turbulente Darfur en de meeste dictaturen zijn veilig voor reizigers. Dat geldt ook voor Libië. Of het gaat lukken met de visa voor Soedan en Libië is nog de vraag.
Er is nog een escape via Djibouti. Er is geen car ferry maar hij kan wel aan boord gehesen worden op een schip naar Oman. Om door Saoedi-Arabië te reizen, zouden we ter plekke moeten trouwen. Anders er omheen via Iran en Turkije. In theorie zouden we ook nog langs de westkust door de Sahara kunnen, maar als we eenmaal in Addis Abeba zijn, is dat geen optie.
Voor de vlucht naar Kaapstad hebben we een retourtje gekocht. Dat was veel goedkoper dan een enkeltje. Als we geen opening vinden naar het noorden, kunnen we dus ook weer terug naar Kaapstad waar zijn blauwe containertje dan op de auto wacht.