Toen we aan de zuidkust van West Afrika aankwamen, wist ik heel goed dat we deze reis het noordelijk halfrond niet zouden verlaten. Het zuidelijkste puntje zat nog ruim vier graden boven de evenaar. We gebruiken de zon veel voor oriëntatie in relatie tot de tijd van de dag.
Toen we langs de Corniche, de boulevard langs het strand reden, had ik toch weer een desoriëntatie zoals twee jaar geleden in Kaapstad. Toen was het omdat de zee in het noorden lag vanwege de bocht in de Kaap terwijl je verwacht dat het zuidelijkste puntje van Afrika de zee in het zuiden heeft. Nu was het vanwege de Kreeftskeerkring.
De auto’s die langs de Corniche van Lomé reden, hadden hun schaduw aan de zeekant. Op het noordelijk halfrond zou je een schaduw aan de landkant verwachten. Dat kon betekenen dat de kust niet echt in het zuiden lag, zoals bij Kaapstad, of dat er iets anders aan de hand was. De kust lag wel degelijk pal op het zuiden. Toch kreeg midden op de dag ons balkon op het zuiden van het Ibis hotel geen straaltje zon. Het was de Kreeftskeerkring. De zon beweegt tussen de keerkringen. In de zomer staat hij dus noordelijker dan de evenaar loodrecht op de aarde op het midden van de dag. Ook na 21 juni, als hij keert bij de keerkring blijft dat nog een tijdje zo, tot hij op 21 september weer de evenaar passeert. Zo kon het dus dat hij half augustus nog een noorderzon wierp op de Corniche van Lomé die op ruim vier graden noorderbreedte ligt.