Ik heb al een paar keer opmerkingen gemaakt over bedelende agenten, afpersende agenten en corrupte agenten. Dat lijken incidenten; dingen die je meemaakt onderweg. Maar het gaat veel dieper. Na een tijdje besef je pas hoezeer je wereld gebouwd is op de pilaar dat de politie je beste vriend is. En hoezeer het leven onmogelijk wordt als dat niet zo blijkt te zijn.
Als volk kies je je een overheid. Die maakt de wetten. Die benoemt een politiemacht om er op toe te zien dat mensen zich aan die wetten houden. Daartoe geef je de politie (en voor zeer bijzondere gevallen het leger) het exclusieve recht om geweld te gebruiken. Maakt een agent een keer een verkeerde inschatting en helpt het niet om hem of haar daar met een goed gesprek en rustig geformuleerde argumenten van te overtuigen, dan doe je wat de agent zegt, want hij heeft het pistool en dat heb je hem zelf gegeven om jou te beschermen tegen mensen die geen respect hebben voor de wetten die we democratisch hebben vastgesteld. Dan haal je achteraf je gelijk, als je het hebt. Zo nodig hebben we onafhankelijke rechters die daar een oordeel over kunnen uitspreken.
In Rusland heb je agenten die je paspoort innemen en dat voor vijftig roebel teruggeven. In Montenegro hadden we agenten die ter plekke nieuwe verkeersregels bedachten, zoals dat je niet meer dan twee auto’s tegelijk mag inhalen. Alle soorten foute agenten hebben we gehad. Maar niets heeft mijn gevoel van veiligheid zo aangetast als de agenten van Nigeria. In al die landen met bad cops heb je nog enigszins het gevoel dat ze zich ook nog bezig houden met het handhaven van de wet. Hier niet. Er is een enorme politiemacht. Genoeg om elke anderhalve kilometer op een weg zonder afslagen een blokkade neer te zetten met vuren en zaklantaarns. Het zijn bedelaars met Kalashnikovs. Een paar keer heb ik ze hun wapen schietklaar horen maken als een slachtoffer dreigde door te rijden. Elke keer, echt meer dan negen van de tien keer, werd gevraagd om drinken, eten of geld. Where’s my dollar? Dan realiseer je je dat er helemaal geen bescherming is. Het wordt toegestaan dat gewapende burgerwachten patrouilleren, dat local tax collectors met zelf gefabriceerd officieel drukwerk, gelamineerde pasjes en spijkerplanken als wapen voorbijgangers geld afpersen. De Zuid-Afrikaanse manager van ons hotel en de agent die de verscheping van de auto verzorgt, zeggen: dit is Nigeria. Je moet betalen.
Ik weet dat een auto met een buitenlands kenteken en blanke inzittenden alle registers opentrekt. Maar wij waren in een week en een paar duizend kilometers Nigeria de enige die aan dat profiel voldoen. Daar kan een boef of een corrupte agent niet van leven. We hebben onderweg tientallen Nigerianen met gewone afgetrapte Toyota Corolla’s of Peugeotjes geld zien schuiven om door de onofficiële tolpoortjes te komen. Het uniform, de AK47 en het exclusieve recht om geweld te gebruiken is hier verworden tot een recht om te plunderen. Dat gebeurt met mate, want mateloosheid leidt tot opstand van de bevolking en dat zou er toe kunnen leiden dat je je kaapvergunning kwijtraakt. De mensen die het goed begrijpen, halen de schouders op. Democratie is leuk, maar als een overweldigende meerderheid steeds maar weer stemt om machten die dit systeem in stand willen houden, wat moet je dan? Speel mee!
Van de bevolking hebben we niets te vrezen gehad. Er zijn rotjongens en je moet op je spullen letten, net als thuis. Overal waar we kwamen werden we enthousiast begroet met: Héé blanke! ‘Oyibo!’ en beide handen gaan in de lucht met de blanke kant in onze richting die vervolgens als ruitenwissertjes zwaaien. Hier in Nigeria, beroemd om het smeulende conflict tussen moslims en christenen, werden we door moslims en christenen overal hartelijk begroet. De enige die we niet kunnen vertrouwen, zijn de mensen die ons moeten beschermen als iemand wel kwaad in de zin zou hebben. Ze zijn door iedereen te koop, zeker door de bendes die zich laten leiden door maffiabazen in SUV’s met getinte ramen.
Nigeria is een ‘failed state’ en dat krijg je niet meer goed. De honderden agenten die aan ons raam gebedeld hebben, heb ik geen enkele keer iets gegeven, ook niet met klikkende wapens en boze blikken. Na een vriendelijke begroeting en een goed gesprek hebben we steeds laten weten dat we daar niet aan doen. Waar niet aan doen? Dat we geen cadeautjes geven aan de politie; dat je voor een salarisverhoging bij je baas moet zijn. Soms heeft dat nog leuke gesprekken opgeleverd over de staat van het land, over de gigantische inkomsten uit olie, over de vraag of Nigeria zich ontwikkelt…
Nigeria ontwikkelt. Als mensen naar de stad trekken, moeten ze hun stagnerende plattelandscultuur afwerpen om te overleven. De enorme sloppenwijken, waar alles donkerbruin is, de daken van roestend golfplaat, de aarde, de wortels die ze daar uittrekken en langs de weg te koop leggen, de kleren die vol met olie en aarde zitten van het werk en de mensen zelf, alles is donkerbruin en het regent. Say no to vandalising oil pipes! Nee dus, ook daardoor kleurt de aarde donkerbruin. Maar in al die triestheid van Mordor wordt er wel gewerkt aan een nieuwe maatschappij. Honderd jaar geleden zat Europa in de zwarte rook van fabrieken en open vuren; de steenkool zette een vette laag af op de archeologie van de ontwikkeling. Kinderen stierven, mensen zopen te veel. Stinkende open riolen, net als hier. Ellende en narigheid. Maar het was wel een voorbode van de ontwikkeling die we daarna gekend hebben. Er ontstaat een middenstand. Op Lekki Island wordt gebouwd als een tielerier voor mensen met een goed inkomen. De crisis heeft dat niet veranderd. Het gaat van au, maar Nigeria ontwikkelt zich. Een zelfbewuste middenstand zal op een dag nee zeggen tegen de corrupte overheid en z’n corrupte diensten. Daar gaan nog oorlogen overheen en slachtpartijen over olie-inkomsten en zelfbeschikking, maar het is een ontwikkeling die niet meer te stuiten is. Dat is dan mijn troost voor de ervaring dat wetteloosheid een plek is waar je niet wilt zijn. Hier voel je hoe de oude liberale denkers aan hun nachtwakersstaat gekomen zijn. Hoe vrij je ook als individu wilt zijn, hoe anarchistisch of libertijns ook je inborst, zonder een sterke overheid die daadwerkelijk de macht heeft om de veiligheid te garanderen, heb je geen vrijheid.