Het was zaterdagmiddag. De zon was onder en na vijf dagen decemberzonnetjes, begon New York aan de natte sneeuw. De volgende dag zouden we terugvliegen en ik wilde nog een boekje achterlaten voor Robert Kloos in het Nederlandse consulaat. Ik wist dat ik het van het appartement naar het kruispunt van Varick en Houston kon lopen voor lijn 1 van de Subway. Veel verder lukte niet meer met m’n kapotte heup.
Ondergronds kon ik op de 14e straat oversteken op de V of de F en dan bovenkomen bij Rockefeller Center. Het consulaat zou natuurlijk gesloten zijn; even afgeven in de hal en weer terug. Een paraplu was niet nodig; de capuchon van m’n hoody moest genoeg zijn. Travel light!
Op New York 1 had ik gezien dat de grootste kerstboom van de stad, de staat, het land of de wereld die middag was ontstoken met 30.000 lichtjes. De connectie met de plek, Rockefeller Plaza, had ik niet gelegd en ook niet wat er gebeurde met mensen van heinde en verre die hoorden dat de boom ontstoken was. De overstap op de 14e straat was een hel. Eindeloze tunnels en trappen. Toen ik bij de vijftigste bovenkwam was het druk met paraplu’s. In dikke slierten kwam de natte sneeuw verlicht naar beneden tussen de torens. Een keer per jaar draait in mijn hoofd hardnekkig noord en zuid om en dat was nu. Elke stap was een dolksteek en ik liep de verkeerde kant op de vijftigste straat in.
De straten in Manhattan nummeren op vanaf Fifth Avenue naar het westen en het oosten. En de Avenues nummeren op vanaf de East River. Het adres 1 Rockefeller Plaza past niet in dat systeem, maar ik dacht dat ik wist waar het was. Als je uit het raam keek, wist ik van eerdere bezoeken aan het consulaat, keek je uit op de ijsbaan. De drukte op straat was onverklaarbaar voor een vroege zaterdagavond. Dit is niet het Theater District, Time Square of de omgeving van Macy’s. Massa’s duwden zich hysterisch voort met paraplu’s die mij op ooghoogte aanvielen. Pas toen ik die stomme kerstboom zag, viel het kwartje. Na drie keer van richting gewisseld te zijn, kwam ik als een verzopen kat in de hal van 1 Rockefeller Plaza.
Kan ik deze envelop hier afgeven voor het Nederlandse Consulaat? Nee, je kan hier niets afgeven. Je kunt het alleen bezorgen als ze aanwezig zijn. Maandag weer. Mee terugnemen was geen optie. Een US Mail brievenbus hielp me van de envelop af, maar ongefrankeerd bezorgen doen ze vast niet. En nu terug. Niet nog een keer met die overstap op de 14e Straat. Ik moest gaan lopen naar Eighth Avenue om daar direct op de 1 te stappen. Een taxi hoefde ik in dat gekkenhuis niet te proberen. Heel Amerika wilde naar die boom. Elk kruispunt had crowd control met agenten die met lange linten nog voor enige doorstroming probeerden te zorgen.
Ik smachtte naar een kwartiertje met m’n rechterbil op een barkruk en een glas Jim Beam met een Brooklyn Ale er naast. Maar elke herberg was vol; er was geen kruk vrij. Heel America dacht blijkbaar: die boom zien en dan een cocktail… Huilend in de natte sneeuw liep ik door. Het abrupte einde van m’n politieke carrière, de wetenschap dat ik met alles weer opnieuw moest beginnen, de crisis die had huisgehouden in het bedrijf van Marjolijn, de operatie die me thuis wachtte…
Een paar dagen later zat ik met een koffertje met schone onderbroeken en een laptop in de Metro naar het Zuidplein om me te melden bij de afdeling orthopedie van Ikazia voor de nieuwe heup. Een meisje van een jaar of zeventien liep met stokken en keek zoekend rond naar een plaats. Ik keek ook rond. Naast mij zat een jongen geconcentreerd Koranteksten te lezen in zijn mobieltje. Aan de andere kant keek een jonge vrouw strak vooruit. Ik stond op en zei: ‘Volgens mij moet jij zitten.’ Een stukje verderop in het rijtuig ging applaus op; het meisje kon plots weer lopen en ik kreeg een kartonnen medaille met een rood lint. Een klasgenoot legde het vast op video. Ik was deel geworden van een onderwijsproject. Ik kon het niet laten om te vertellen waar mijn reis heen ging, waarop nogmaals applaus klonk. De mensen die in mijn omgeving waren blijven zitten, gaven geen krimp.Nu ben ik weer thuis en ik loop al weer aardig. Ik wil zo snel mogelijk terug naar New York om eindeloos door de stad te banjeren…