Een natie kan pas een stabiele liberale democratie worden als een meerderheid daar duurzaam in gelooft. Om te beoordelen of dat het geval is, is het houden van verkiezingen geen betrouwbare test. Je kunt ook in meerderheid voor een despoot kiezen en daar vrede mee hebben. Het is betrouwbaarder om te onderzoeken hoeveel mensen vastzitten in een groepsstructuur (extended family, clan, stam, geloofsgemeenschap of structuren van ideologieën van socialisme, nationalisme of combinaties daarvan, waarbij het individu zich laat aansturen door de groep of de structuur) en hoeveel mensen gerekend kunnen worden tot de zelfredzame, vrije individuen voor wie de grootste structuur van solidariteit het gezin betreft. Pas wanneer die laatste categorie de meerderheid vormt, is aan de ene voorwaarde voldaan van een stabiele liberale democratie. De andere voorwaarde is dat binnen de grenzen van de natie geen afscheidingsbewegingen met een significante achterban actief zijn.
In de landen waar nu de heersers worden verdreven, is bij verre nergens aan die voorwaarden voldaan. De opstanden geven wel uiting aan de wens van de meerderheid van het volk dat de heersers worden vervangen door andere, maar niet de wens van een meerderheid om een stabiele liberale democratie te vestigen. In elk van die landen bestaat een minderheid van mensen die denken vanuit individuele vrijheid en verantwoordelijkheid. Zij willen een regime dat hen meer vrijheden geeft, zowel als het gaat om economische ontwikkeling, als om persoonlijke uitingen in het publieke domein, maar zonder dat de groepsdenkende meerderheid de gelegenheid krijgt om hun opgebouwde welvaart te plunderen en hun vrijheden te beperken. Zij willen een verlicht despoot, een niet corrupte overheid die niet de eigen clan bevoordeelt en die een open economie bevordert.
De meerderheid is bereid een despoot te aanvaarden zolang hun stamhoofden en religieuze leiders hem steunen. Die steun vervalt als hij zijn eigen stam bevoordeelt en als zij vinden dat de decadente levensstijl van de bevoordeelde clan te publiek wordt beleefd. Een tweede reden voor de meerderheid om de stekker uit de despoot te trekken, is als hij een te groot cultureel verschil laat ontstaan tussen stad en platteland (Sodom, Berlijn, Teheran). Hierbij ontstaat spanning tussen de wensen van de vrije minderheid en de wensen van de mensen die hun vrijheid willen gebruiken om zich te beschermen tegen een vrije samenleving.
De verlichte despoot moet een volk met tegengestelde belangen tevreden houden. Het beste waarop we kunnen hopen is dat de legerleiding van de landen met een geslaagde opstand zo’n kandidaat vindt. Ondertussen moeten wij ons niet blindstaren op de ballen die hij in de lucht houdt, maar op economische ontwikkeling ‘on the ground’. Want alleen de groei van een vrije middenstand kan op termijn de basis leggen voor een liberale democratie. Het getuigt niet van realiteitszin te stellen dat de opstanden op korte termijn naar democratische structuren zullen leiden.
Een redelijk betrouwbare telmethode is het optellen van de plattelandsbevolking en de bewoners van slums aan de ene kant, en de bewoners van de steden met functionerende utilities aan de andere. Dat verklaart ook waarom de Europese revolutie van 1989 wel kon leiden naar democratie en de Arabische niet.