Op 20 december is het dertig jaar geleden dat de Sovjets Afghanistan binnenvielen. Ruim tien jaar later viel de Sovjet Unie uit elkaar. Overhaast: niet de situatie op de grond was maatgevend, maar de administratieve grenzen van de Sovjetrepublieken met namen van voormalige onafhankelijke staten. Zo werd een strook langs de rivier de Dniester bij Moldavië gevoegd terwijl daar geen Moldaviërs wonen. In 2006 wisten Marjolijn en ik door te dringen tot in Tiraspol, de hoofdstad van de ‘break away republic’ van Transdniestrië.
Om in Bender te komen, het Transdniestrische bruggenhoofd aan de Moldavische kant van de Dniester, moesten we langs drie roadblocks aan de bestandslijn: een Moldavische, een Transdniestrische en een Russische daar tussenin. Die laatste, de eigenlijke bezetters van het gebied, waren het ergst. De soldaten waren dronken en eisten wodka. Een fles Moldavische wodka uit Chisinau wezen zij beledigd af. Later begreep ik waarom; zulk gif wens je je grootste vijand niet toe. Maar deze soldaat had gelukkig nog een andere hobby: hij verzamelde Euromunten, vooral die van twee euro. Tiraspol was stilgezet in 1980. De communisten zitten stevig in het zadel; oppositie wordt er niet geduld. Namen van gevallen helden worden verwijderd uit monumenten. Maar het eigen falen in Afghanistan wordt ruiterlijk toegegeven in een gebroken zuil. Niet dat hij in elkaar past als je hem overeind zou willen zetten. Hij is gebroken ontworpen. Dat geldt helaas ook voor de oorlog die we er nu voeren.