De toevoeging van CO2 aan de atmosfeer uit fossiele bronnen moet over de komende decennia worden teruggebracht tot nul. Daarvoor moeten we uitsluitend oog hebben voor de koolstofatomen die nu nog veilig opgeborgen liggen in diepe aardlagen.
Aan het aardoppervlak is er een koolstofcyclus waarvan een deel in de atmosfeer zit in de vorm van CO, CO2, CH4 etc., een deel op land opgeslagen in organische moleculen zoals hout, wolven en schapen, een deel is opgelost in zee in de vorm van ionen. Ingrijpen in de cyclus aan het aardoppervlak is verspilde energie.
Alle ideetjes om iets met bomen planten te doen, te bezuinigen of te vermijden zijn leuk om achter de hand te houden, maar ze dragen niet bij aan een duurzame oplossing. Daar moeten we geen geld aan uitgeven. Het tropisch regenwoud stoot per dag exact evenveel CO2 uit als het opneemt door het te binden in plantaardig weefsel. Bezuinigen op het energiegebruik (bijvoorbeeld kort douchen) is een Calvinistische reflex die geen zoden aan de dijk zet. Het vermijden van uitstoot door het gebruik van alternatieven is net zoiets als het vermijden van een scheet. Niemand weet op hoeveel scheten een mens recht heeft of hoeveel gebruik gemaakt zou zijn van dat quotum als de schetenlater niet bewust aan vermijding denkt. Maximaal honderd rijden is veel erger dan thuis blijven. En één keer 130 stoot minder uit dan twee keer 100.
Als we alle kolen-, olie- en gaskranen gestaag dichtdraaien, worden ondernemers en consumenten vanzelf innovatief met het inzetten van efficiënter verbruik of alternatieve bronnen. Alle aandacht van de overheid en de internationale gemeenschap moet gericht zijn op de fossiele kraan. Echter, zolang fossiele energie goedkoper is, zullen de koolstofbronnen in de grond zingen als zwarte sirenen en er is te weinig was in de wereld om de oren van alle fossielverslaafden dicht te stoppen. Toch moeten we ons volledig concentreren op dat gaatje in de grond, de put waaruit de verleidelijke zang opstijgt.
De volgende vraag is dan wie we het beste verantwoordelijk kunnen maken voor dat proces. Wie binden we vast aan de mast om het schip langs de sirenen te loodsen naar een duurzaam bestaan. Niet de industrie die uitstoot om te overleven, niet de staat die het gebruik probeert te reguleren maar niet in staat is te handhaven, niet de consument die denkt dat nog één bonbonnetje nemen van de volle schaal geen kwaad kan… De partij die het best geëquipeerd is om te reguleren en die het best gecontroleerd kan worden, is het conglomeraat van mijnbouwers en olie- en gasproducenten dat het spul naar boven haalt. Dat werkt niet met een oekaze. Daarvoor hebben we een tweede gaatje nodig en emissierechten aan de bron.
Als je koolstof waardeloos maakt door aan elk atoom twee zuurstofatomen te binden, en als je die waardeloze maar schone koolstofverbinding onttrekt aan de cyclus op het aardoppervlak, onttrek je per saldo CO2 aan de atmosfeer. Carbon Capture and Storage heet dat, of CCS. Je slaat CO2 op in diepe aardlagen waar het voor altijd blijft. De aarde kan dat hebben. We hebben dan samengevat twee gaatjes: een waar koolstof uitkomt naar het aardoppervlak en een waar koolstof weer voorgoed in verdwijnt. Om het lek van de opwarming van de aarde boven water te krijgen, zijn dat de enige gaatjes waarop we moeten letten. Het saldo van die twee moet in de komende decennia naar nul en daarna nog een tijdje door naar negatief om het klimaat te krijgen waar we het willen hebben.
Laten we beginnen met de kolencentrale op de Maasvlakte. Met de huidige stand van de techniek, kun je voor vijf cent per kWh 90% van de CO2 afvangen. Als je 30% biomassa bijstookt, heb je een negatieve uitstoot. Dat presteert geen enkele andere bron. Voor de consument zijn de extra kosten te overzien. Je hebt dan als basis een schone, betrouwbare bron van elektriciteit die ook energie levert op een windstille dag op 21 december om 18.00 uur als iedereen in het donker thuiskomt.