Om in Nederland te mogen wonen zou ik liegen; ik zou misschien zelfs m’n cel in brand steken als ik daarmee kon bereiken dat ik mij kan onttrekken aan onvrijheid elders. Ayaan had goede redenen om onopspoorbaar te zijn voor haar familie.
Voor een individu dat kiest voor de vrijheid is ‘je leven in eigen hand hebben’ het hoogste goed, hoger dan het landsbelang, hoger dan de wet, hoger dan het leven soms. Jaarlijks eren we de mensen die stierven voor de vrijheid. Nog belangrijker dan een staat die vrij is van vreemde overheersing, is mijn eigen vrijheid. Geen stam, geen familie, geen religieuze voorman, geen partij of organisatie, geen baas, geen agent of soldaat wil ik boven mij. Alleen de democratische rechtsstaat sta ik toe om, binnen grenzen, mijn vrijheid met wetten te beperken.
Nederland is een klein, rijk en vrij land en het is duidelijk dat de Nederlanders niet in staat zijn alle mensen op te vangen die vrijheid zoeken of een beter leven. Ik zou het de vijf miljard mensen voor wie een verhuizing een aanmerkelijke vooruitgang zou zijn niet kwalijk nemen als zij zich zouden melden bij de Nederlandse aanmeldcentra of illegaal aan de slag willen. We moeten niet boos zijn op de mensen die hier een beter leven willen, maar op onszelf omdat we geen overheid boven onszelf stellen die dat dilemma oplost. Open grenzen verdragen zich nu eenmaal niet met de verzorgingsstaat en de gelijke rechten zoals we die kennen.