Toen in hotel Fire and Ice in Kaapstad mijn koffer openging rook alles naar Engelse patat met azijn. Het klopte. Ik had een flesje Kikkoman Teryaki marinade en een fles Japanse rijstazijn meegenomen. Maak je alles lekker mee. Maar de azijn was niet gewoon gebroken, maar uit elkaar gespat
in glasgruis dat overal tussen zat. De schade aan andere spullen in de koffer viel mee, maar mijn kleren waren volgezogen. De ene jongen van de nachtdienst heeft de koffer meegenomen en de andere de kleren om ze schoon te maken. Ik hoop ze straks terug te krijgen.
Kaapstad is veel Nederlandser dan ik dacht. Misschien hebben we dat verdrongen in de periode van de strijd tegen de apartheid. Vrijwel alle straten hebben een Nederlandse basis en worden tweetalig aangegeven. Toen ik een adapter van Zuid-Afrikaans stopcontact naar Nederlandse stekker kocht schakelden de zwarte bedienden met ruzie maken over van het Engels naar het Afrikaans toen zij merkten dat ik meeluisterde.
Vanmorgen toen we wakker werden, stond de Tafelberg in de zon. Op straat hoorden we de ochtendploeg pauzeren.