Gisteravond besprak de Rotterdamse VVD het treurige verlies van een zetel. We dachten dat we na het dramatische verlies van vijf van de negen zetels vier jaar geleden al op het absolute dieptepunt zaten maar zelfs van die trouwe kiezers heeft meer dan een kwart een knopje in een andere rij gekozen. De kritiek op de campagne en de prestaties van de vorige fractie was niet misselijk en de nieuwe fractieleider beloofde een nieuwe wind.
Daar kwam ook de vraag aan de orde waarom de VVD zo weinig immigranten op de lijst heeft. Bij andere partijen en dan met name bij de PvdA staat de lijst vol met namen waarbij je je zonnige oorden voorstelt. Dat zijn meestal oorden zonder liberale democratie. Veel immigranten komen uit plattelandsculturen waar het individu ondergeschikt is aan de familie, de clan, de stam… Zij zijn bezig met een emancipatie naar de norm van de grote stad: het vrije individu. Als immigranten nu massaal op de PvdA stemmen, is dat een goed teken. Zij komen uit het isolement van hun eigen groep en beseffen dat je mede kunt bepalen hoe de overheid met jouw belangen omgaat. De PvdA sluit aan bij de vertrouwde cultuur van het schuilen in de groep: een grote overheid die voor zorgt en die weinig eigen initiatief en verantwoordelijkheid eist.
Het zal nog even duren, maar ik verwacht dat steeds meer immigranten met hun roots in arme plattelandsstreken ook de verstikkende verzorgingscultuur van de sociaaldemocraten zullen afschudden en echt hun toekomst in eigen hand nemen. Dat zijn de liberalen die bij de VVD thuis horen. Dat zijn mensen die niet hun hele clan meebrengen als stemvee. Zulke dubbele loyaliteiten moet je ook niet willen in je partij. Maar de liberale immigrant kan wel het lichtende voorbeeld zijn, een identificatiepunt voor mensen van dezelfde herkomst die de plattelandsbindingen afschudden en vrije burgers worden, zoals onze Laetitia Griffith te Amsterdam.