M’n rechterheup is op 14 oktober ook vervangen door een stalen. Na drie dagen stond ik weer buiten. Mechanisch gaat het goed maar er zeurt iets in m’n dij; in de ritssluiting van het litteken blijven een paar tandjes openstaan. Zoals ik inmiddels gewend ben, luistert de orthopeed niet naar mijn vermoedens. Hij kijkt alleen en wil het nog even aanzien.
In die vijf weken heb ik hem drie keer laten kijken. Afgelopen zaterdag stond ik in het net klaar om naar een bijeenkomst over ontwikkelingshulp te gaan in het Oranjehotel in Noordwijk, maar ik reed naar het IJsselland ziekenhuis in Capelle. De jongere orthopeed was verbaasd dat zijn collega me vijf weken zo liet rondlopen. Ik mocht geen tandenborstel halen en nu lig ik aan een infuus met antibiotica. Geen koorts, schoon bloed, maar voor de zekerheid… Verder in bed blijven en stil liggen.
Ondertussen bereid ik me voor op het gesprek met de dokter op maandag. ‘Fontijne, we hebben het op jouw manier geprobeerd en dat schiet niet op. Laten we het nu op mijn manier doen. Beginnen met een scan om te zien wat het is dat ronddoolt in m’n bovenbeen, welke zwelling rolt over m’n bot als ik m’n been verplaats.’
Ik vind mezelf behoorlijk assertief. Kun je nagaan wat meer volgzame mensen overkomt als veel te gehaaste artsen niet luisteren en alleen maar kijken naar hun eigen werk. Dat gaat meestal goed, maar bij de bijzondere gevallen wordt schade berokkend die te voorkomen is als je beter luistert. Overigens, ik sluit natuurlijk niet uit dat beter luisteren alleen had geresulteerd in hogere kosten met hetzelfde resultaat. Ik wens mezelf van harte beterschap.